Who's next
Afgelopen jaar was het jaar van de trial by media. Tim Hofman (held) of een krant ofzo doet onderzoek waaruit blijkt dat die en die, dat en dat gedaan heeft. Wij lezen dat vervolgens in de krant of zien het op tv. Eens: je mag geen ongevraagde dickpics versturen, zeker mag je niet aan vrouwen zitten als ze dat niet willen en zééker je moet met je tengels van kinderen afblijven. Geef de daders aan, bestraf ze, zet ze uit hun funkties! Los het op. “Wat had Marco Borsato ook alweer gedaan” vroeg laatst iemand toen in een afspeellijstje per ongeluk ‘de meeste dromen zijn bedrog’ voorbij kwam. Ik wist het niet, maar ik wist wel dat je ‘m met goed fatsoen niet meer kon draaien. Gisteren zapte ik voor het naar bed gaan nog wat. De top 2000. Matthijs van Nieuwkerk met popprofessor. Leuk. Maar neen, Matthijs was vervangen. Verder was alles precies hetzelfde. Iets minder leuk. Van Nieuwkerk zien we nooit meer terug. De beste man zal naar het buitenland moeten, hier heeft de media een zwart kruisje op z’n voorhoofd gezet.
In een ver verleden heb ik met hem gewerkt. Wat een aardige kerel. Tegen iedereen. Ook aan de stagiere (toevallig volgens mij toen net Sander van der Pavert, de geniale mr. Lucky TV) vroeg hij van welke school-ie kwam. Hij was toen hoofdredacteur van het Parool. Later toen hij DWDD deed heb ik alleen via via nog wel eens contact gehad, hij zat in de redactie van Hard Gras, een tijdschrift dat wij maakten, maar had eigenlijk nooit tijd. Hij had het veel te druk met het 15 jaar lang maken van Neerlands succesvolste tv-programma ooit. Iedere avond leuk! Wat een druk moet dat gegeven hebben. Geen excuus om mensen de huid zo nu en dan onredelijk vol te schelden. Waar.
“Daarvoor betalen we u 500.000 euro per jaar, meneer van Nieuwkerk.’ Dat het ze zelf ook allemaal geen windeieren legde hoor je niemand over. Hoge bomen vangen veel wind. Hij was jarenlang de hoogste. Wie is dat nu?
Ik ga niet met een mening komen over wat er dan nu zou moeten gebeuren. Weet ik niet. Dat ge-me-too, dat misbruik van je positie maken: bah. Vooral mannen. Aanpakken. Flink. Overal! Maar doe maar niet op tv. Beter in een rechtzaal ofzo.
Gelukkig nieuwjaar!
Illustreren (oud, uit ‘design enzo’)
Illustreren is iets uit de tijd dat mannen nog lange onderbroeken droegen. Dus dat iemand een verhaal of artikel heeft geschreven en die gaat dan naar een illustrator (of -trice) die dan dat verhaal gaat lezen en een tekening gaat maken die je niet meteen begrijpt of mooi vindt maar die een interpretatie van de illustrator op het stuk geeft. Huh huh. Ik vind dat niks eigenlijk.
Als ik een artikel lees, wil ik er een beeld bij waar ik wat aan heb. Een foto van het hoofd of het gebouw waar het over gaat. Of anders niks, of gewoon iets heel anders wat gewoon leuk is om naar te kijken of om te lachen ofzo, maar dat hoeft dan niks met het verhaal te maken te hebben. De interpretatie van de illustrator interesseert me in ieder geval niet. Interpreteren dat doe ik, zonodig, zelf wel. *
Het zijn van die vaste patronen bij, in dit geval, redacties. Bij ieder stukkie moet nou eenmaal beeld, dus bel een fotograaf of een illustrator die wat maakt. De artikelen zijn niet interessant genoeg om sec gelezen te worden. Het moet er gewoon een beetje lekker uitzien. Tekeningetje erbij. Eens uitproberen om van twee artikelen in een opinietijdschrift de illustraties om te draaien. Ik denk niet dat het iets uitmaakt. De illustraties zijn slechts opleuk. Easy looking. Easy reading. Probleem is dat illustratoren, creatieven, wel mensen met enig aanzien zijn. HBO. Kunstacademie. Dus als er dan zo’n drol bij een artikel staat, moet er wel bij staan wie die drol gemaakt heeft. Mooi voorbeeld. M’n zoontje zit in groep drie. Hartstikke leuk, al was het alleen al omdat hij het, schitterend door Studio Boot vormgegeven, blad Okkie mee naar huis krijgt. Okkie is goed. Enige waar ík dan dus gek van word, zijn die credits op elke pagina. Op een pagina waar een krokodil in zes plaatjes wat kunstjes doet, waar hij één keer ‘hoi, ik ben Okki’ zegt en die eindigt met ‘klap klap klap’ in tekst, staat onderaan: ‘tekst Ruud Waterhout’ (goede tekst Ruud!) en ‘tekeningen Dirk van Dulmen’ (mooie krokodil Dirk!) Ongelofelijk toch. Voor groep drie, die kunnen niet eens lezen. Kijk, dat er achterin staat hoe je aan een abonnement kan komen, dat begrijp ik, maar dit soort zielig ego-gedoe vind ik vreselijk.
Ik snap ook niet zo goed waarom. Het idee is dan natuurlijk dat een eventuele opdrachtgever het blad leest en denkt: ‘Tsjonge jonge, wat een prachtige tekening, dat zou ook prachtig passen in mijn blad/ kinder-prentenboek/ toiletkalender / mokkenlijn,’ of zoiets. Volgens mij gaat het niet zo. De illustrator is een bekende van de schrijver of directeur en wordt om die reden gevraagd. Punt. En besides, als iedereen zo zou denken zou op iedere kast, iedere tandenborstel en op elk gebotoxed voorhoofd een naam staan. Daar word je toch gek van. Doe gewoon je werk, daar word je voor betaald.**
Toen ik en paar jaar geleden op de designweek was, werd ik gek van alle vormgedoe. Nieuwe vaas, nieuwe lamp, nieuw peper-en zoutstel. Wat moeten we met al die onzin. Oké, de nieuwe is steeds nog mooier en inventiever dan de oude, maar hé, genoeg is genoeg! Ik maar mekkeren over dat ge-’mooi’.
Het probleem heeft zich opgelost.
Dit jaar was het jaar van de uitvinder. Op vrijwel iedere meter stond iets of iemand die iets bijdroeg (of probeerde te dragen) aan een betere wereld. Als er al een nieuwe lamp te zien was, was het er een die iets energie-achtigs bijdroeg. Nice. Design is meer dan vormgeving. Het programma van Wilfried de jong liet het zien. Ik hou niet van zo’n ‘win-elementje’ erin, maar daar zag ik wel dingen voorbijkomen waar ik héél blij van werd. Dat meisje met die energie-opwekkende plant; er is nog hoop!
Moet ik wel meteen toegeven dat ik er op een ander vlak behoorlijk naast heb gezeten. ‘What design can do’. Ten tijde van het ‘mooi’, heb ik daar altijd wat schamper over gedaan; de beste ontwerpoplossing, leek vaak het teruggeven van de klus. De heren hadden echter blijkbaar een ruimere blik dan ik. Eerlijk is eerlijk. Een goede stand in Eindhoven vol goeie projecten. Goed boek. Sorrie Richard. You win.
Grafisch is wel een beetje de loser in dit verhaal. Er lagen ‘mooie’ boeken. Hingen goeie affiches. Maar er borrelt niks. Daar moet iets gebeuren, willen we dat levend houden. Niet zozeer ‘Can we ook what do?’, maar waar voegen wij iets toe? Waar zijn we meer dan stylisten. Ik ben een plan aan het schrijven (sprak hij alsof dat er iets toe doet). We liggen op onze rug maar zijn nog niet dood! En mode? Er zijn natuurlijk wel projecten met duurzaam en hergebruik en veel gecradle-to-cradle, maar ook daar lijkt het niet te gebeuren. Er zijn grotere issues op te lossen, dan ‘de kleur van volgend jaar’
Inmiddels is m’n jongste op een leeftijd dat hij moet kiezen. Hij was mee naar Eindhoven (de gekste). Tof! Dagje ziekgemeld van school. We bleken een groot zwak voor een aantal dezelfde projecten te hebben. Stands met een hoog ‘lekker bezig’-gehalte. Borrelende potjes, slangetjes, bladeren waar de kleur uit wegtrekt. We snapten vaak niet helemaal waar het heen ging, maar het maakt indruk. Niet dat ik er heel veel invloed op heb, maar als ik mag kiezen, vind ik dat uitvinderige wel te gek voor ‘m. Liefst wat meer technisch dan op vorm. Creatief denken kan op veel manieren natuurlijk.
Het is wel veel daar op DDW. Beetje minder, beter uitgelegd zou voor de bezoeker wel fijn zijn. Hoewel, ze komen toch wel. Mozes, wat een volk. Het grote publiek vindt het mooi. Huishoudbeurstaferelen. Ik merk dat ook nog steeds om me heen. Er zijn HBO-opleidinkjes waar je minder mee scoort dan met creatief doen. Op tv schijnt een programmna te zijn waar bekende Nederlanders een mooie foto moeten zien te maken. Eens wat anders dan koken of bakken. Ik zou Gordon ook best willen begeleiden bij het maken van een goed affiche. Heel Holland designed.’‘‘‘‘‘‘‘‘‘‘“““